Het is 31 december 2016 om 8.45 uur als ik in de auto zit op weg naar Epe in Overijssel. Het is somber en mistig buiten, maar ik ben er vrolijk onder. Ik ga immers iets leuks doen!
Tijdens de zomervakantie van 2016, in Picos de Europa, kwam ik tot de conclusie dat ik een telelens miste die de L-kwaliteit van Canon heeft en ook nog eens licht is in gewicht. Na wat zoek en denkwerk viel mijn oog op de 70-200 f/4 IS USM. Een bruikbare L-lens van maar 670 gram. En vandaag zou ik die gaan ophalen. Een buitenkansje, want door de verkoper gunstig geprijsd. Het nadeel: ik moet er wel vijf kwartier voor rijden en ook nog eens op oudjaarsdag.
In fotobladen gaat het regelmatig over het ontwikkelen van je eigen stijl, helemaal als je fotografie wat serieuzer wilt aanpakken. Bij diverse professionele fotografen kun je zelfs zogenoemde ‘masterclasses’ volgen ‘om je eigen stijl te vinden of te ontwikkelen’. De afgelopen jaren heb ik veel gefotografeerd en regelmatig zonder succes zelf gezocht naar wat mijn stijl dan zou zijn. Maar mijn stijl vinden… niet echt.
Ik miste iets en had geen idee wat dat ‘iets’ was. Ik moest en zou daar achter komen. De zoektocht was begonnen….
Als ik terug kijk ging er aan het ontwikkelen van een eigen stijl bij mij iets vooraf: het ontdekken wat fotografie voor me betekende en wat ik leuk vond om te fotograferen. Sinds de aanschaf van een digitale spiegelrefelxcamera trok ik er net als in mijn tienerjaren regelmatig op uit om foto’s te maken. Ik ging dus naar buiten de natuur in en ging daar fotograferen. Planten, dieren, landschappen, van alles legde ik vast. Maar het was het niet. Of tenminste: het was leuk buiten bezig te zijn, maar ik kwam niet terug met foto’s die me echt iets deden. Ik miste iets en had geen idee wat dat ‘iets’ dan was. Ik moest en zou daar achter komen. De zoektocht was begonnen…
De verkoper van de lens bleek als hobby het spotten en fotograferen van vliegtuigen te hebben. Voor ik het wist waren we in een interessant gesprek over fotoapparatuur, fotograferen en vliegtuigen verwikkeld. Hij liet me kennismaken met deze interessante vorm van fotografie die best behoorlijk ver af ligt van het fotograferen van landschappen. Ik had er geen idee van dat er zoveel gestileerde vliegtuigen bestaan. Deze ‘specials’ zijn op de romp op de meest bijzondere wijze beschilderd. Van de vele fotoboeken die hij er van gemaakt had liet hij me er twee zien, deels gemaakt op Schiphol, Eindhoven Airport en flughaven Dusseldorf . “Dan kun je beter bij mij in de buurt wonen”, zie ik lachend terwijl hij begon te knikken. “ Ik woon er praktisch naast. Bij mij komen ze elke dag nog net niet over mijn tuin heen.” Het was een geanimeerd gesprek en ik vertrok met mijn nieuwe lens en een gratis lesje vliegtuigfotografie.
De frustratie over mijn eigen foto’s had van 2009 tot 2011 geduurd. Wat ik ook deed, ik kon er maar niet achter komen wat er mis was. Tot ik in 2011 nog net niet geheel bij toeval een lezing volgde van landschapsfotograaf Bas Meelker uit Groningen. Dit was tijdens het evenement ‘Zoomcampus’ van het fotoblad ‘Zoom’ dat ik wel eens kocht. In drie kwartier tijd werd me duidelijk dat mijn passie in feite lag bij landschapsfotografie. Niet bij dieren of planten, maar bij het fotograferen van landschappen. Door de prachtige foto’s, maar vooral de heldere en klare bewoordingen van Bas begreep ik waar het bij mij al die tijd aan had ontbroken: ik was niet op het juiste moment gaan fotograferen. Ik wist niet dat voor een landschapsfotograaf de ochtend en avond de momenten zijn.
Zoals Bas het vertelde: “Ik kon deze foto maken omdat ik er was. Ik was op het juiste moment op de juiste plek”. En dat was ik zelf duidelijk niet geweest de afgelopen jaren. Er ging een wereld voor me open. Dit was wat ik al die tijd gezocht had. Deze man verwoordde de passie voor fotografie en natuur die ik voel en hij maakte er de meest prachtige foto’s van. Hij wist ‘ hoe het spel gespeeld moest worden en ik wilde dat leren. Hij bleek de leermeester die ik onbewust had gezocht. Ik kocht direct na zijn lezing zijn boek over landschapsfotografie en schreef me later in voor zijn ‘basisworkshop landschapsfotografie‘ in Nationaal Park Lauwersmeer.
Ik kon deze foto maken omdat ik er was. Ik was op het juiste moment op de juiste plek.
Vanuit Epe moet je 12 kilometer door het bos rijden om terug bij de snelweg uit te komen. Hoewel het druilerig en mistig was besloot ik toch even te stoppen om mijn nieuwe aanwinst te proberen. Ik schoot een bospaadje op en reed een stukje verder het bos in. Mijn oog viel op lichte blaadjes die naar beneden aan zijdelingse takken van een alleenstaande boom hingen. Het was net een soort van lichtsnoer in dit verder best troosteloze bos. Ik draaide de auto en zette deze aan de kant op het bospad. Dit was het wel heel makkelijk fotograferen: op minder dan tien meter afstand van de auto kon ik mijn statief opstellen.
: Fotograferen in Epe, bijna vanaf de rand van een bospaadje – foto gemaakt met een iPhone 5.
Lees het licht, het licht moet een foto maken, alleen het mooiste licht kan zorgen voor een ultieme foto.
Ik begon met fotograferen en ontdekte meteen hoe goed en ragscherp deze nieuwe lens was. Wat een geweldig ding zeg! Na een tijdje kwam ik weer uit de ‘fotografieflow’. Het was klaar, tijd om verder naar huis te rijden. Ik keek op mijn iPhone en ontdekte dat ik 20 minuten zonder enig besef van tijd had staan fotograferen. Dit waren de beste momenten. Gewoon opgaan in waar je mee bezig bent. Het had even goed vijf minuten of een uur kunnen zijn. Omdat het zo druilerig was had ik oprecht mijn twijfels of er een geschikt beeld bij zou zitten. Het zou leuk zijn als dat toch het geval was. De lens was in ieder geval een perfecte aankoop geweest!
Van 2011 tot en met 2016 las ik fototijdschriften, knipte de foto’s eruit die me aanspraken en plakte deze bij elkaar in een schift, kocht boeken over fotografie met foto’s die me inspireerden en bezocht lezingen van andere fotografen. Maar telkens kwam ik weer terug op die ene fotograaf uit Groningen. Zijn theorie over landschapsfotografie voelde als een herkenning en inspireerde me. In de loop van vijf jaar bezocht ik een aantal van zijn lezingen en nam ik deel aan vijf van zijn workshops.
In die jaren zag ik de ontwikkeling die hij zelf als fotograaf doormaakte. Van “Heb vooral plezier en volg je passie,” tot “Het gaat niet om mooi, maar om een technisch kloppende compositie”. En altijd gold: “Zorg dat je een foto in je hoofd hebt Peter, bezoek je locatie vooraf, bereid je goed voor en kijk goed naar wat het weer doet” en “Lees het licht Peter, het licht moet een foto maken, alleen het mooiste licht kan zorgen voor een ultieme foto, een echt familiejuweeltje”, zoals hij een ultieme foto eens betitelde.
De werkelijk bestaat niet Peter. Ik zie mijn werkelijkheid en jij de jouwe. Daarom maken we in exact hetzelfde gebied ook geheel andere foto’s. Het gaat om jouw weergave van de werkelijkheid.
Telkens weer opnieuw werd ik geraakt door zijn eenvoudige maar heldere theorie, zijn passie, het treffend toepassen van compositieleer en zijn geweldige beelden. Ik leerde iedere workshop iets nieuws en kwam pas terug voor een volgende zodra ik het geleerde verinnerlijkt had en kon toepassen.
Eind 2016 sloot ik deze ‘lessen’ voor mijn gevoel af met zijn workshop Beeldbewerking. Toen ik naar huis reed na deze workshop wist ik “hiermee is het rond”. Ik begreep wat hij me kon leren. Ik had geabsorbeerd wat hij me in al die jaren bewust en onbewust had bijgebracht. Het was klaar voor mij, meer was er niet. “De werkelijk bestaat niet Peter. Ik zie mijn werkelijkheid en jij de jouwe. Daarom maken we in exact hetzelfde natuurgebied ook geheel andere foto’s.” Ik begreep toen nog niet dat dit de sleutel naar mijn eigen stijl was. Dat zou me een paar maanden later pas echt duidelijk worden. Voorlopig was het directe leren echter klaar en was het verder aan mij het geleerde op mijn manier toe te gaan passen.
Thuisgekomen uit Epe had ik nog kort tijd voor ik oliebollen zou gaan bakken. Naast het besteden van aandacht aan mijn gezin bekeek ik vluchtig de beelden. Meer uit de grap dan serieus bewerkte ik tussendoor snel een van de gemaakte foto’s. Iets viel me op aan de foto, maar ik kon niet benoemen wat. Pas na plaatsing op internet en toen ik de foto later die middag nog eens bekeek zag ik het: dit was ik! – Alle lagen van mij zaten er in deze foto in!
Niet het onderwerp, niet de kleur, maar het gevoel dat de foto weer gaf. Ik keek feitelijk naar iets van mijzelf en zag de diverse aspecten van mijzelf hier terug. Het ging niet om wat de foto afbeeldde of de stemming van het beeld, maar iets wat daarin of –onder verborgen zat.
: ‘Finally Foud Me!’ de bosfoto gemaakt in Epe waarin ik mijn stijl herkende – EOS 5Diii, 70-200@200mm, f/11, 2,0sec, iso 100.
—
Het koste me een tijdje om te beseffen wat dit betekende: na al die jaren had ik het voor elkaar gekregen zo dicht bij mezelf te komen dat ik ‘mijn beeld’ had gemaakt. Een beeld dat precies paste in wat feitelijk mijn stijl is. Of nog beter gezegd: een beeld dat mijn eigen stijl is. Het is zeker niet mijn beste foto. Het is ook niet mijn mooiste of technisch meest volmaakte beeld. Maar het is wel de eerste foto waarin ik alle voelbare lagen van mezelf terug zie.
Ik keek terug naar mijn meer recente foto’s. Ze bleken bijna allemaal te hebben wat deze ene foto in zich had, maar alleen bij deze zag ik direct ‘alle lagen’ van mezelf terug. Ik moest terugdenken aan mijn opa, hobby kunstschilder, van wie een schilderij met bomen in onze woonkamer hangt. Dit beeld maakte een connectie met hem. Ineens begreep ik ook waarom kunstliefhebbers lyrisch kunnen zijn over een schilderij of kunstwerk. Niet omdat het mooi is, of technisch perfect, maar omdat het iets met ze doet, het ze raakt.
Deze herkenning voelde als een afronding. Alsof een lange periode van zoeken werd afgesloten. Mijn zoektocht naar ‘een eigen stijl’ was klaar. Nu wist ik wanneer een foto die ik maakte goed was. Niet vanwege het beeld, de technisch kloppende compositie, hoe mooi het was of de sfeer, maar omdat ik mezelf er in terug zag. Het enige wat ik hoefde te doen was me verliezen in het moment en fotograferen. Mijn kennis en ervaring zou ik automatische toch wel in de foto stoppen. Dicht bij mezelf blijven en doen zoals ik ben. De foto’s kwamen dan ‘vanzelf’. Ik zou altijd blijven houden van mooi licht en een perfecte compositie, maar daar ging het nu even niet om. Het ‘vinden van je eigen stijl’ was me ineens helder. “Als een boeddhistische Zenmonnik die zijn eerste Koan oplost”, grinnikte ik, al kijkend naar mijn foto en terugdenkend aan een boek over Zen dat ik ooit gelezen had.
Vanaf het moment dat je voelt en echt van binnen weet ‘dit ben ik’, dan heb je je eigen stijl gevonden.
De weg naar je eigen fotografische stijl is volgens mij lang en ingewikkeld, maar als je terugkijkt ook wel weer simpel en eenvoudig: leer kijken, leer het licht zien en het lezen, ga veel fotograferen en bewerk je beelden. Ga daar mee door, oefen en zoek en laat je inspireren door andere fotografen. Leer van ze en probeer van alles uit, maar probeer ze vooral niet volledig te kopiëren, want dan kom niet bij jezelf uit. Er komt een moment dat je echt tevreden bent met je beste beelden. Een moment dat je voelt en echt van binnen weet ‘die foto waar ik nu naar kijk, dat ben ik’. Op dat moment heb je volgens mij je eigen stijl gevonden. En vanaf dat moment wordt alles stukken makkelijker.
Toegift
Bas, mocht je dit ooit lezen: dank voor je inspiratie, je hulp, het wijzen van de weg en het geduld dat je gehad hebt met me. Ik was in de workshops die ik bij je gevolgd heb vast niet altijd een makkelijker leerling. Je zult je ook vast verbaasd hebben over de ‘fotoboeken’ die ik in elkaar gezet heb van de aantekeningen die ik maakte tijdens je workshops, aangevuld met je foto’s die ik van internet haalde. Het was mijn manier te absorberen en begrijpen wat je probeerde over te brengen en me te leren. Dank dus voor de vele lessen, direct en indirect. Je hebt me de weg gewezen naar mijn stijl van (landschaps)fotografie. Misschien ga ik nog wel eens een keer met je mee, maar vermoedelijk dan vooral voor de gezelligheid!